De geschiedenis van 's-Heer Hendrikskinderen
Geschiedenis van 's-Heer Hendrikskinderen
DE ERFENIS VAN HEER HEYNRIC VAN SCENGHE ( SCHENGE )
"HET DORP 's- HEER HENDRIKSKINDEREN "
In een oorkonde uit het jaar 114 7 opgemaakt door het Kapittel ( gezamenlijke
geestelijke) van het Bisdom te Utrecht, waartoe Zeeland behoorde met de broers
Bodinus en Boudewijn van Scenghe ( Schenge) is een regeling overeen gekomen, dat als
zij het onder water gebied van Zuid-Beveland zouden bedijken, ontwateren en inrichten,
zij het tiendenrecht zouden delen met het Bisdom. De broers maakten meteen werk van
de zaak in samenwerking met enkele Vlaamse kloosters, die bezittingen hadden in dit
gebied, want na een zeer zware stormvloed in 11 34 waarbij ook hogere gebieden
overstroomden is bedijking waarvan de werkzaamheden een halve eeuw duurde, ·'de Poel"
ontstaan die een oppervlakte had van 5000 ha. De Poel oorspronkelijk ontstaan achter de
duinen waar nu de Oosterschelde is ( in het begin van onze jaartelling) was een
moerasgebied, maar door stijging van de zeespiegel zijn deze duinen op veel plaatsen
doorgebroken. Door het afsterven van de moerasplanten is na eeuwen het veen ontstaan.
Voor zover beschermd door een hoge kreekrug, die zich van Kloetinge naar 's-Heer
Arendskerke uitstrekte doorstond 's-Heer Hendrikskinderen zonder veel schade een
stormvloed uit 1134. De broers Bodinus en Boudewijn van Scenghe (Schenge) legden op
de noordelijke flank van deze kreekrug een ringdijk aan, die lange tijd als zeedij k. Dit is
de huidige 's-Heer Hendrikskinderendijk, vermoedelijk de oudste dijk van Zuid-Beveland.
Heer Heynric van Scenghe( Schenge) was de Ambachtsheer omstreeks het jaar 1200 in
een deel van Noordwest Zuid-Beveland en maakte een Nederzetting aan de weg, die
haaks liep op de 's-Heer Hendrikskinderendijk, die in zuidoostelijke richting het
Poelgebied inloopt "de huidige Oude Rijksweg". Zijn grondgebied was ongeveer 350 ha.
groot.
Ook geeft Ambachtsheer Hendrik van Schenge opdracht tot de bouw van een kerk, maar
komt te overlijden voordat de kerk wordt ingewijd, zijn kinderen hebben de bouw
voltooid en van de nederzetting een zelfstandige Parochie met de naam Tser
Heynricskijnderkercke gemaakt.
In de archieven wordt de kerk voor het eerst vernoemd in een oorkonde van 6 juli
1267.
Heer Hendrik en later zijn kinderen hadden een vluchtheuvel met daaromheen een gracht
opgeworpen, die als Poelberg beschreven staat en vlakbij de kerk was , waar zij zich in
geval van oorlog of overstroming op konden terugtrekken. De bebouwing op deze
Poelberg was zoals gebruikelijk van hout gemaakt. Pas in l 300 raakte deze Poelberg in
onbruik. In 1834 had deze Poelberg nog een hoogte van 7.25 meter maar is in 1875
helaas afgegraven.
De Schenge is een voormalige zeearm die het eiland Wolphaartsdijk scheidde van Zuid Beveland.
Ze was van groot belang voor de scheepvaart en ca, 2 km. breed. De Schenge
wordt in het jaar 1282 al vernoemd en liep naar het zuiden en was verbonden met een
andere stroom "de Zwake" om vervolgens in de Westerschelde uit te monden, met aan
weerszijden een enorm schorrengebied "het Sloe" waar vele kudden schapen waren dus
ook bewoning. In de l 8e eeuw werd ze te ondiep. Door afdamming verdwijnen de
getijstromen en neemt aanslibbing snel toe.
De kerk had in de late Middeleeuwen een laag oud schip en een hoog nieuw koor. De
oorspronkelijke kerk van rond 1200 is dus blijkbaar in gedeelten vernieuwd en vergroot.
De huidige markante vierkante toren dateert uit 1440 had een spits en houten omloop
en was opgemetseld van reuze moppen en werd gesteund door 8 zware steunberen. De
kerk werd zoals gebruikelijk oostelijk gericht. De reden hiervan is uit het oosten komt
immers het licht, hei l en goedheid vandaan. De toren staat op het westen gericht en
beschermd de kerk tegen duisternis en onraad die uit het westen komen. In de archieven
wordt de kerk voor het eerst genoemd in een oorkonde van 12 juli 1267 waarbij het
Kapittel van het Bisdom te Utrecht waartoe Zeeland behoorde in erfpacht geeft aan Pieter
van Borsele. Als kerkpatroon ( beschermheilige, naar wie de kerk vernoemd wordt )
kunnen we aannemen dat dit de H.Nicolaas geweest moet zij n. Met de Reformatie,
omstreeks 1 580 ruimt de Pastoor het veld en de Katholieke kerk wordt een Hervormde
kerk. Pas in 1646 vindt de oprichting plaats van de Hervormde gemeente 's-Heer
Hendrikskinderen en Wissekerke. In 1805 wordt het Middeleeuwse kerkgebouw
afgebroken wegens vergaande verwaarlozing . In 1807 komt er een nieuw kerkgebouw tot
stand gedeelte lijk opgetrokken van de oude gemetselde kerkmuren, tegen de bestaande
toren.
's-Heer Hendrikskinderen is een van de Poeldorpen die gesticht worden op plaatsen waar
veen uit de bodem kan worden gehaald. Het dorp heeft in 1 560 een vrijwel complete
kerkring. Aanvankelijk groeit het dorp totdat na enkele eeuwen het veen uitgeput raakt.
Sommige dorpen in dit veengebied verdwijnen vrijwel van de kaart. Ook 's-Heer
Hendrikskinderen is gekrompen vanaf de zestiende eeuw tot de twintigste eeuw. Het
dorp telt in 1750 nog 28 huizen, honderd jaar later zijn dat er 23.
De gemeente 's-Heer Hendrikskinderen was een zelfstandige gemeente van ongeveer
1200 tot 1857. Samengevoegd met Wissekerke tot de gemeente 's-Heer
Hendrikskinderen in 1816, maar door een administratiefout komt Wissekerke feitelijk pas
in 1853 bij 's-Heer Hendrikskinderen. In 1857 wordt het bij de gemeente 's-Heer
Arendskerke gevoegd om in 1970 weer op te gaan in de gemeente Goes.
De Ambachtsheerlijkheid 's-Heer Hendrikskinderen heeft vanaf het jaar 1200 toen het
gesticht werd door de Ambachtsheer Heynric van Scenghe eeuwenlang altijd een
Ambachtsheer gehad door erving of koop. De laatste Ambachtsheer was de Heer C. Swart
vanaf 8 maart 1 978 tot zijn overlijden op 20 juni 1994 . Door erving is nu zij n dochter
Mevrouw J. Daamen- Swart de allereerste Ambachtsvrouwe van 's-Heer
Hendrikskinderen.
.
In de archieven wordt de kerk voor het eerst vernoemd in een oorkonde
van 6 juli 1267.
Dat betekent dus:
In 2017 bestond de Ambachtsheerlijkheid 's-Heer Hendrikskinderen
precies 750 jaar.